• Home
  • Over mij
    • Mijn motivatie
  • Over School at Sea
    • De route
  • Soup at Sea
    • BOGO-bottle kopen
  • Sponsoring
    • Particulieren
    • Bedrijven
    • Contact
    • Gratis sponsoren!
  • Mijn sponsoren
    • Particulieren
    • Bedrijven
  • Blog
CECILE AT SEA
  • Home
  • Over mij
    • Mijn motivatie
  • Over School at Sea
    • De route
  • Soup at Sea
    • BOGO-bottle kopen
  • Sponsoring
    • Particulieren
    • Bedrijven
    • Contact
    • Gratis sponsoren!
  • Mijn sponsoren
    • Particulieren
    • Bedrijven
  • Blog


     Blog

'Thuis'

5/29/2019

0 Reacties

 
WARNING: Deze blog is buitengewoon waanzinnig lang en alleen geschikt voor diehard bloglezers (gelukkig duurt het Hemelvaartweekend extra lang)!!!

Het aller aller aller allerlaatste stukje

Nog één keer gingen we met z’n allen op ‘excursie’, in Cherbourg. Nou ja… met z’n allen, naast het heen en terug wandelen, waren we behoorlijk alleen. We gingen namelijk op solobivak, en deze keer écht. Op alfabetische volgorde werden we langs de kade gedropt. Als vierde mocht ik gaan zitten. Daar zat ik dan, als een soort zwerver op de grond, acht uur lang. Ik dacht dat het gevoelsmatig eeuwen zou gaan duren, maar toen ik om half drie aan Sander vroeg hoe laat het was, liet hij me een gokje wagen… ‘11 uur?’ Dat viel dus best wel mee.

De volgende dag ging de scheepsovername in, met Jasmijn als kapitein. Samen met Laura, Nieck en Willemijn had ik de taak om de bovenmars er af te halen (wegens een scheur). Ik herinnerde me nog goed dat ik heeeeeeeeeeelemaal aan het begin van SaS samen met Lucie en Anouk de ondermars aan ging slaan. Ik stond te trillen op de ra, had geen flauw idee van wat we aan het doen waren en keek op tegen Anouk, een oud-SaS’er, die zonder enige moeite op de ra ging zitten. Alsof het niets was. Zes maanden later zat/lag ik daar op het puntje van de ra de schoot en gei aan elkaar te knopen, terwijl ik Laura – die aan de andere kant zat – tegelijkertijd probeerde uit te leggen hoe zij dat moest doen. Alsof het niets was. Ik besefte me dat het nog maar een paar dagen zou duren totdat ik die oud-SaS’er zou zijn, waar de nieuwe SaS’ers tegenop zouden kijken.

Die avond waren we er klaar voor om te vertrekken en gooiden we de trossen los. Nou ja, het schip was klaar, of wij er echt klaar voor waren? Klaar om naar Nederland te gaan? Ik niet. Die nacht had ik mijn eerste 1-5 wacht ever, zelfs in maand zes zijn er nog dingen die je voor de eerste keer doet! Het niet in de 5-9 wacht zitten zorgde bij mij wel voor wat ‘confusion’, want ik vroeg vol overtuiging om half 1 ’s nachts aan Teimen of hij Suus (wilde 05:00 gewekt worden) wel wakker had gemaakt. Ik werd uitgelachen…
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Ik was stuurman, maar veel te beleven was er niet. We hebben de hele scheepsovername geen zeil kunnen zetten, alleen wat schepen en boeitjes ontweken (‘Rox, BAKBOOOOOORD!’). Op de laatste dag begon de Nederlandse kust langzaam op te doemen in de mist. ‘Horizonvervuiling noemen ze dat!’ Hahahaha, ik moet wel bekennen dat Nederland niet erg hoog op mijn lijst komt wat betreft de mooiste natuur. Maar ja, dat is ook niet gek als ons koude kikkerlandje het moet opnemen tegen Saint Lucia en Dominica. Op het allerlaatste moment nam Jasmijn het roer van mij over. We voeren de haven binnen en ik mocht toeteren. Sam vroeg al grijnzende of we de tranen op voelden komen, waarop Jasmijn vol overtuiging zei: ‘Nee we gaan nog niet janken hoor guys, niet doen please.’ Okay kapitein. *slik*
​
Op de cruisekade stonden Jet, Monique en Mieke ons op te wachten. Met enigszins rode ogen gaf ik de tros aan Jet. Sam sprong als eerste op de kant en gaf Jet een knuffel #cute. Nog drie dagen voordat wij onze ouders ook in de armen zouden vallen…
​
Andere mensen konden ook niet wachten om voet aan wal te zetten en sprongen de kant op. Sommigen kusten de Nederlandse bodem, anderen gaven knuffels aan Jet, Monique, Mieke en elkaar. Ik stond samen met Marit een beetje onhandig rond te kijken, niet wetende wat we nou precies voelden.
Foto
Foto
Foto

Nog even in onze bubbel

De laatste dagen aan boord. We maakten schoon en pakten onze spullen in. Het schip werd steeds een beetje leger, killer en kaler. We werkten nog wat aan het jaarboek. We speelden potjes voetbal en volleybal om onze conditie alvast een heel klein beetje op normaal niveau te brengen. Zelfs Alex – die overigens ooit bijna gescout was door sc Heereveen, wat we natuurlijk direct zagen – deed mee. We aten op het middendek ‘lekker in de zon’ (credits naar animatieteam scheepsovername 2). We maakten onze laatste SaS-story af. We gaven elkaar heeeeeel veel knuffels en ik hield zo nu en dan een janksessie met Laura of iemand anders. Hier zat een goede strategie achter, want op deze manier zou niet ALLES er op 20 april uit komen. Ja ja, vooruitdenken en plannen, ook dat hebben we geleerd bij SaS (zelfstandig denken en handelen niveau 5).

Oud-SaS’ers kwamen aan boord om ons voor te bereiden op de thuiskomst. Tenminste dat was de missie die zij hadden meegekregen, maar ze wisten al lang dat dit toch niet ging lukken. Al snel veranderden we van onderwerp en wisselden we verhalen uit over onze ervaringen. Wat hebben we veel meegemaakt afgelopen half jaar!

Die avond hadden we geloof ik ons laatste feestje. Just Dance werd op de beamer geknald en drankjes en hapjes (als in Nederlandse ovenfrituursnacks!) werden op tafel gezet. Ik glipte met Sander en Marit naar buiten voor een laatste potje boerenbridge, inclusief goeie chaps en goeie gesprekken. Ik meen dat ik de eer mee naar huis heb genomen door het laatste potje te winnen, maar kan dit niet met zekerheid zeggen. Na wat Just Dancen en karaoke sliep ik voor de laatste keer in hut 5.
Foto
Foto

De volgende dag bekeken we de lichamelijk schade van zes maanden SaS door op zo’n intelligente weegschaal te gaan staan. Maar liefst TWEE KILO meer SPIER dan aan het begin van de reis! En een beetje ug…ug…ug… vet.

De laatste avond was aangebroken, we aten pizza en toen ik uitgegeten was, hielp ik mee met de laatste grote afwas. Dit was simpelweg ‘wil je in m’n dagboek schrijven’-ontwijkend-gedrag, want dat vond ik zo’n onzin. Eén van ons had aan iedereen gevraagd om even in haar dagboek te schrijven en toen besloot 75% van de anderen dat dat stiekem wel een leuk plan was, dus pakten zelfs de mensen die niet eens een dagboek hadden hun dagboek erbij. #complimentjesvissen2.0
Daarna werd er weer wat karaoke gezongen en werden de eerste films aangezet. Ik besloot nog even met Laura muziek te gaan luisteren op het bovendek bij de trossen. Toen ik weer bovenkwam na even naar de wc geweest te zijn, lag Laura opgerold als een soort hondje in één van de trossen te slapen. Okay Lau, dan niet.

Ik ‘gooide keukenchillings’ en besloot in de eetsalon met Matisse, Finn en Laura (die inmiddels weer wakker was) te gaan pokeren. Dat was een goede keuze, want als ik film was gaan kijken, was ik sowieso na een kwartier in slaap gevallen. Uiteindelijk werd ‘de verboden film’ aangezet, oftewel Fifty Shades (wat waren we ook rebels). Ik viel inderdaad na een kwartier in slaap, om 04:00 ofzo. ​

De dag die ik wist dat zou komen

Ik werd wakker op een bank ik de salon en met moeite sprong ik over alle anderen heen, op weg naar de keuken, want ik had keukendienst. We gingen pannenkoeken bakken, dus binnen no-time stond de keuken blauw en was het er snikheet. Toen alle pannenkoeken klaar waren, kwam ik naar buiten en mensen vroegen direct of ik gehuild had, aangezien m’n ogen zo rood waren van de rook. We oefenden het eindlied en er werd gevraagd wie er nou gingen speechen. Annerijn, Minke en ik staken onze hand op. Na het ontbijt vertrokken we, nog heeeeeeeeeeel even de zee op, even ronddobberen. Waarom? Omdat er altijd desperate ouders zijn die anders toch alvast komen kijken. Ik deed de afwas en maakte de keuken schoon met Luka en Kristof. Daarna racete ik naar boven, omdat ik nog niet tevreden was met m’n speech. Ik begon met schrijven en de motor ging alweer aan, uh oh. STRESSSSSSS! STRESSSSSSS!

Ik liet m’n speech uitprinten en rende naar boven. Met Sjors, Jesse en Laura klom ik naar de bovenbram. Voordat we het wisten zagen we de eerste ouders al staan. Enkele meters verderop stond de rest. Onze ogen flitsten razend snel langs iedereen op zoek naar onze families. Daar stond de mijne, door het grijswitte haar van m’n vader wist ik ze eruit te pikken. Achter me hoorde ik Laura schreeuwen ‘BALOU! (haar hond)’, blijkbaar had zij haar ouders ook gespot. Ik zwaaide hevig terwijl de tranen over m’n wangen stroomden, ik keek achterom en zag Laura exact hetzelfde doen.

We begonnen langzaamaan een lamme arm te krijgen van al het zwaaien en klommen naar beneden. Eenmaal beneden gingen we in het kluivernet zitten, net als de rest. We meerden aan en een voor een stapten we de kant op. Iedereen knuffelde zijn familie en er vielen een hoop tranen. Het voelde helemaal niet alsof het zes maanden geleden was dat we hier ook stonden.
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
We gingen met z’n allen naar de tent en er werden speeches gegeven. Eerst Sam en Monique eventjes en toen waren wij aan de beurt. Eerst Minke, dan Annerijn en dan ik. Ik kneep hem behoorlijk, met klamme handjes pakte ik de microfoon over van Annerijn. Om mijn speech kort te omschrijven: bedankt. Ik mocht iedereen bedanken voor deze geweldige reis: onze ouders, sponsoren en met name de crew. Na mijn speech was het tijd voor het eindlied. We zongen onze aangepaste versie van het liedje Heimwee. We dachten het eerste refrein niet eens te gaan halen door al het gehuil, maar zelfs aan het eind waren we nog verstaanbaar. Na ons waren de ouders aan de beurt, ook zij hadden een lied geschreven, op de muziek van Coming Home – lekker toepasselijk. Zelfs Pascal vond het lied ‘episch’ en Pascal geeft niet vaak complimentjes, dus dat zegt genoeg!

Toen kwam Sam met de mededeling die niemand leuk vond. Het werd langzaamaan tijd om onze spullen te gaan pakken. We namen afscheid van elkaar en gaven elkaar knuffels, daarna rekten we de tijd nog een beetje door er nog een knuffelronde achteraan te plakken. Ook deelden we de cadeautjes voor de bemanning uit, alle leerlingen hadden een flesje bier gekocht uit zijn/haar regio, in mijn geval Gooisch Blond (inkoppertje). Of nou ja, een flesje, sommigen hadden de opdracht niet goed begrepen en kwamen met een hele krat aan. Eén biertje per bemanningslid toch? GAST, dan heeft ieder bemanningslid zesendertig biertjes! Nou ja, ze konden er met z’n alle in ieder geval een tijdje mee doen. Door de ‘1 vs. 36 biertjes-discussie’ is de babbelbox (Whatsappgroep met alle ouders) weer eens 1000 berichtjes rijker geworden. Ouders zijn bijzondere wezens…

Na al het geknuffel – het leek bijna alsof de wereld morgen zou vergaan… wat voor ons natuurlijk ook zo voelde – gingen we eindelijk onze spullen pakken. Heel veel mensen, heel veel spullen, een hele smalle gang, tweerichtingsverkeer en héél véél chaos. Met het organiserend vermogen dat wij afgelopen zes maanden hadden opgebouwd, hadden we dat beter aan moeten pakken.
​
Ik kletste met wat mensen en gaf de laatste knuffels. Pascal herinnerde me op het laatste moment aan het feit dat het misschien wel handig was om mijn telefoon mee te nemen, oh ja, bijna vergeten. ​
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto

'Thuis'

In de auto naar huis toe was het snel weer oud en vertrouwd. Nogmaals, het voelde niet alsof ik zes maanden weg was geweest. Eenmaal thuis trof ik een groot ‘welkom thuis’-spandoek aan van mijn lieve vrienden. Mijn eerste reactie toen ik binnenkwam was: ‘Is het hier altijd zo wit geweest?’ Het zal wel aan mij liggen dacht ik, maar achteraf bleken veel andere SaS’ers precies hetzelfde gedacht te hebben. Verder was het groot en opgeruimd. Dat duurde natuurlijk niet lang, want ik gebruikte/misbruikte die ruimte in mijn kamer al snel om al mijn rotzooi, boeken en kleding neer te dumpen.

Na een paar uur thuis te zijn geweest, kwamen er wat vrienden langs. Ik vond het aan de ene kant superleuk om ze weer te zien, maar aan de andere kant had ik er ook helemaal niet zoveel zin in. No offense, maar ik was eigenlijk wel blij dat een hoop mensen die dag erna alweer op Griekenlandreis vertrokken. Het klinkt misschien ondankbaar, maar het was een soort angst om de realiteit onder ogen te komen… SaS was écht afgelopen en het zou never nooit niet meer terugkomen. Ik was er simpelweg nog niet echt klaar voor.

De eerste nacht was stil. Ik was gewend aan het geklots van de golven. Of we nou voeren, voor anker lagen, of tegen de kade aan, je hoorde het water altijd tegen het schip aan komen. Soms was het zachtjes en hoorde je het amper, soms klonk het alsof het water door de boeg heen zou beuken. Het was écht stil: geen golven, maar ook geen wind, geen gebrom van de motor, geen tikkende vallen, geen geschreeuw uit de salon, geen hutgenoot die probeert zachtjes in bed te komen, gewoon doodstil.

Ik was thuis, maar zo voelde het niet. Thuis was aan boord, aan boord van de Thalassa samen met die mensen. Het idee dat dat thuis nooit meer mijn thuis zou zijn wilde niet landen. Het voelde als een soort excursie. Ik was een weekje van boord, net als bij de eigen reis. Over een paar dagen zou ik weer aan boord stappen. Ik zou al mijn tassen uitpakken op het middendek om zeker te weten dat ik geen kakkerlakken mee aan boord nam. Dan zou ik alles in onze veel te kleine hut pleuren en samen met Annerijn en Lynn de nacht doorbrengen in hut 5. Bij het ontbijt, de volgende dag, zou Suus zo druk bezig zijn met het vertellen van verhalen dat ik na mijn eigen nummer gezegd te hebben keihard ‘SUUS!’ zou moeten roepen. Dan zou Sam komen zeggen dat de wacht aan dek moest komen, dat alles zeevast gezet moest worden en dat we over een uur vertrokken. Vervolgens zouden we de zee op gaan en zou Matisse over de reling hangen. Om vijf uur zou mijn wacht beginnen en zou ik met Jaïr de mast in klimmen om wat zeiltjes uit te pakken. Zo hoorde het, maar zo was het niet. 
Foto
Foto
Foto

Afkickkliniek Barkentijn Thalassa

Na een paar dagen thuis rondgedwaald te hebben, startte ik aan het ‘SaS-afkickprogramma’. Er was nog hulp nodig op de werf in Harlingen om de Thalassa om te bouwen voor het zomerseizoen (o.a. Whiskyzeilreizen). Door ons aan te melden als vrijwilligers konden we nog heel even het thuiszijn ontvluchten en nog een paar extra dagen aan boord zijn van wat voor ons voelde als thuis.

We kwamen aan boord in IJmuiden via de trap, het schip lag namelijk op de kant. In het water lijkt de Thalassa al behoorlijk groot, maar het hele onderwaterschip doet het schip nog stukken groter lijken. Aan boord was het één grote varkensstal, het was écht een bende en binnen een week moest het hotelwaardig zijn. We begrepen waarom ze ons best konden gebruiken.

Op de eerste dag hebben we alles van een nieuw laagje verf voorzien en in de avond vertrokken we naar Harlingen. Het vertrekken ging niet erg soepel omdat het bij eerste stuk achteruit varen enorm smal was. Met fenders renden we van hot naar her om te voorkomen dat ons werk van die dag, de prachtige nieuwe verflaag, direct beschadigd zou raken. Het lukte net niet helemaal… oeps. De volgende ochtend hadden we zelfs nog wacht. Ik heb de hele wacht gestuurd en rond 6 uur ochtends kwamen we aan. Ook de Thalassa was weer thuis!
Foto
Foto
Foto
Foto
De rest van de dagen hebben we ons vermaakt met schilderen, sjouwen, slepen, inruimen, schoonmaken en bedden dekken. Het was hard werken, maar het was een geweldige week. Opeens mocht en kon alles! We keken Tottenham-Ajax op de beamer, gooiden ‘keukenchillings’, beslisten zelf wat we gingen eten, dronken chocolademelk uit het gloednieuwe koffiezetapparaat en keken (lees: sliepen) gezellig samen films.

Tussendoor had ik nog het feestje van Laura, dus mijn overall moest even ingewisseld worden voor een jurkje (thema: black tie). Het verschil mocht er wezen.
​
Op de laatste dag kregen we een Thalassa Crew trui als bedankje en vertrokken we naar huis. Nog een maand en dan was de terugkomdag al! Leven van SaS-meeting naar SaS-meeting, dan is het wel uit te houden!
Foto
Foto
Foto

Heimwee

De eerste schoolweek was raar. Ik werd ontvangen met veel knuffels en continu de vraag: ‘Hoe was het?!’ De mogelijke antwoorden waren ‘gaaf’, ‘leuk’, ‘echt geweldig’, ‘zo vet’. Mensen wilden ‘alles’ weten, maar ik wist simpelweg niet echt wat ik moest vertellen. Na een paar dagen was het feit dat ik terug was gewoon weer normaal. Het leven ging verder en op school voelde het alsof SaS nooit gebeurd was. Thuis had de tijd dit halve jaar stilgestaan. Nothing happened. Alles en iedereen was gewoon zoals vóór SaS, maar ik was anders, voelde me anders. Ik droeg opeens duizenden ervaringen en herinneringen bij me. Herinneringen en ervaringen die anderen niet snapten, niet konden snappen, hoe hard ze ook hun best deden. Mijn vijfendertig mede-SaS'ers waren de enige die het wel konden begrijpen.

De schoolweek duurde lang. Op school was er geen tijd om veel te doen en thuis had ik nog een hoop werk. Hoe kon het schoolwerk dat ik tijdens SaS in zo’n korte tijd deed thuis weer zoveel werk kosten? Het was frustrerend.

In het begin voelde ik me doelloos. Ik was alleen maar een beetje bezig met school en ging naar voetbaltraining. Ik deed niks. SaS was niet zomaar een half jaartje zeilen geweest. De afgelopen anderhalf jaar stonden voor mij in het teken van SaS. Het jaar voor SaS was ik al niet meer echt bezig met school en voetbal, dat waren bijzaken. Alles draaide om SaS. Ik had een doel waar ik dagelijks keihard voor werkte. Tijdens SaS zat ik ook nooit stil. Ik was altijd bezig, bezig met nuttige dingen en bezig met mezelf ontwikkelen. Thuis stond ik stil en lukte het niet om verder te komen.

Langzaamaan begon ik te beseffen dat ik dankbaar moest zijn voor het feit dat ik dit mee had mogen maken, ondanks dat dit moeilijk was… Als je eenmaal aan het licht bent gewend, kan je moeilijk tevreden zijn met de duisternis (goed opgelet bij KCV wel). Ik kan wel alles benoemen wat er tijdens SaS beter was, maar SaS is niet meer. Het enige wat ik kan doen is er hier wat van maken. Er zijn genoeg nieuwe uitdagingen te verzinnen en het OV werkt prima – behalve afgelopen dinsdag dan – om met SaS’ers af te spreken en terug te blikken op onze geweldige reis. Daarnaast zijn mijn vrienden thuis ook stiekem nog best wel leuk en lief en is een moeder die de was doet af en toe ook best fijn. ;)

Zeilen en reizen zal de komende twee jaar in beperkte mate mogelijk zijn, maar na school is er niemand die me tegenhoudt. Ik heb gezien wat er kan, wat er mogelijk is en hoe geweldig het avontuur is. Dat avontuur zal ik op blijven zoeken, wat er ook gebeurt.
​
Als ik later terugdenk aan SaS zal dat soms met een lach zijn en soms met een traan. Eén ding weet ik zeker. Het was het meest geweldige half jaar dat ik ooit heb meegemaakt met de meest geweldige mensen die ik ooit heb leren kennen. I’ll be thankfull, I promise.  

Heeeeeeeel veeeeel liefs,
Cécile
#DutchLawDesk
​
Foto
0 Reacties

Orka Alarm! ... en de aller, aller, aller, allerlaatste zeemijlen ;-(

4/14/2019

1 Reactie

 
Allerliefste bloglezers,
 
Bij mijn vorige keukendienst ben ik niet overleden, wat best een uitdaging was. De messen vlogen inderdaad van het messenblok af (die hebben een ander plekje gekregen) en alles dat zogenaamd ‘zeevast’ stond, stond dat niet. Het begon al in de ochtend toen we de koelkast open deden en er een pot tahin – het meest ranzige spul ever, waar ik echt bijna van over m’n nek ga – door de koelkast heen was gekuild. Vervolgens testte Luka even of het aanrecht die dag bruikbaar zou zijn door potten yoghurt op een natte theedoek te zetten. Het antwoord werd nee, want binnen drie seconden lag de pot op de grond. De bewegende keuken wende redelijk snel en ik moet zeggen dat die keukendienst best ‘soepel’ ging. Een leuke extra was dat we niet eens stores van het middendek mochten pakken. Alleen de wacht mocht buiten komen en er moesten tuigjes gedragen worden aan dek. Deze maatregel hebben we maar één keer gehad, en dat was dus op de dag dat ik keukendienst had, zegt voldoende toch?
 
De dag daarna was het weer al een stuk rustiger, dus dat was fijn. Ik werd gewekt voor mijn wacht en opeens werd er een camera in mijn bakkes geduwd. Vandaag zou alles gefilmd worden, er werd een ‘een dag in het leven van een SaS’er’ opgenomen. Ik heb ook lekker veel met een camera rondgelopen die dag. Het filmpje gaan we editen na SaS, want we hebben hier alleen skere editing programma’s.
 
In één van mijn wachten deze week stond ik aan het roer, toen Marit opeens riep: “ORKA!”. Ik zag het vinnetje nog net voordat het beest weer onder water verdween. Iedereen rende naar de boeg en Sam vroeg heel lief: “Zal ik overnemen?” Ik rende achter iedereen aan en er werd een tussenstop gemaakt bij de salon: “Orka-Alarm!” We hingen allemaal zo ver over de reling, dat we haast overboord vielen. Zelfs Pascal waagde zich buiten. De orka wilde zich maar geen tweede keer laten zien, dus de mensen die daar in hun T-shirt of truitje stonden, vroegen zich af of we geen joke met hen hadden uitgehaald, totdat de orka zich opnieuw liet zien. Of nou ja, ‘de’, deze leek een stuk kleiner. Binnen een paar seconden kwam de verklaring, want toen lieten moeder en kind zich zien. Het was GE-WEL-DIG!
 
Een paar dagen geleden was het tijd voor de bekendmaking van de scheepsovernames. Jaja, de laatste 600 mijl is het schip van ons. De eerste 300 mijl is Cai kapitein en de laatste 300 mijl varen we onder leiding van Jasmijn.
 
Cai’s etappe zit er alweer op. Hij heeft het schip naar Cherbourg gevaren. Wat hij heeft gedaan? Vrijwel niets, een beetje zijn SaS-story afgemaakt enzo. Dit was echt de allerzieligste scheepsovername ever. We hebben drie dagen lang op de motor gevaren. Er is nog een enkele keer geprobeerd om het grootzeil er bij te zetten, maar dat was hopeloos. Toch heeft kapitein Cai het wel goed gedaan hoor, de schoonmaak ging goed… ;)
 
Tijdens de eerste scheepsovername was ik buurman. Dit was een zelfverzonnen functie. Laura was ook buurman. Oftewel, wij waren Buurman & Buurman. We hebben een beetje geklust en we hebben aan het jaarboek en de eindquiz gewerkt. Aangezien we klusjesmannen waren hebben we drie dagen in Snickers Workwear kleding van Sam rondgelopen. We zagen er flawless uit!
 
Tijdens de tweede scheepsovername zal ik stuurman zijn. Deze scheepsovername wordt net zo sad als de eerste, motoren motoren motoren. Toch gaan we er een feestje van maken, want het zijn de laatste dagen. Nu gaan we eerst nog even genieten van Cherbourg. Gisteren hebben we een paar uurtjes vrije tijd gehad zonder telefoon. Dat was leuk!
 
Vandaag gaan we op ‘solobivak’. Ik weet nog niet helemaal hoe dat er uit gaat zien, maar we gaan in ieder geval tien uur lang in de vrieskou zitten en over onszelf nadenken. Yehess!
 
Op maandag vertrekken we uit Cherbourg. Dan is het nog twee/drie dagen varen en dan komen we aan in Nederland. Ik kan het me nog niet voorstellen en dat wil ik stiekem ook nog niet. Laura en ik hebben de bovenbram al geclaimd bij aankomst, dus kijk maar naar boven!
 
Ik zie jullie snel!
 
XXX Cécile  
#DutchlawDesk
Foto
Cherbourg
Foto
Warm aankleden voor de solobivak!
Foto
Op weg naar stilte/reflectiedag: de solobivak
1 Reactie

Coming Home!

4/8/2019

0 Reacties

 
Hoi Allemaal,

Stress, stress, stress, stress, waarom altijd zoveel stress? De scheepskrant moest af zijn, mijn SaS-story moest af zijn, dan pas zouden we vrije tijd krijgen. Aangezien ik een van de laatste was, moest ik echt opschieten, want mensen worden niet heel vrolijk van je als jij ervoor zorgt dat de vrije tijd later begint. Ik was het toetsenbord bijna kapot aan het slaan, zo snel was ik aan het typen. Uiteindelijk was ik klaar en pakte ik snel wat geld. We mochten gaan! Aan het begin kregen we geen telefoons mee, we moesten ons even met elkaar vermaken. Samen met Roxanna, Laura en Willemijn ging ik lunchen in een restaurantje. De Azoren waren weer lekker westers en ‘goedkoop’, dat was wel nice. De vrije tijd bestond uit vertrouwde activiteiten, namelijk eten, bellen, eten, bellen, shoppen, eten en bellen… We wilden best iets leuks gaan doen hoor, maar er was weinig te doen. Nadat we een drankje hadden gedaan en nog meer hadden gebeld, gingen we terug naar het schip om onze telefoons op te laden. Ja, zo desperate zijn we op het gebied van telefoons tijdens de vrije tijd. Uiteindelijk besloten we om te gaan steengrillen. We kregen een gloeiend hete steen voor onze neus en bestelden allemaal kleine stukjes vlees en vis. Het was een soort van gourmetten, maar dan net een beetje anders. We trakteerden Rox op een toetje, want het was haar sweet 16! Het steengrillen zorgde ervoor dat we ons een tijdje vermaakten, dus de vrije tijd vloog voorbij. 
De volgende dag was het weer tijd voor school, of nee… toch niet? Er was iemand nodig die in zou vallen voor een andere leerling in de keuken, dus ik bood me aan (SOG = Speed Over the Ground/School Ontwijkend Gedrag). Laura hielp ook mee, dus we waren behoorlijk snel klaar. Die middag zouden er ook mensen wat ‘boodschapjes’ gaan doen. De keukendienst mocht mee, dus ik had geluk. We zouden eieren, melk, suiker en dat soort belangrijke dingetjes gaan halen. Uiteindelijk gingen we de grote boodschappen halen… Het is echt leuk om voor vijftig man te shoppen. We sloten met zeven volle karren aan in de rij. Die kassavrouw deed er zooooooo lang over. Toen ze eindelijk klaar was, ging ik met twee winkelkarren naar buiten en reed ik bijna drie mensen aan, oeps. Er kwam een kleine vrachtwagen om alles naar het schip te brengen. 
Na het doen van de boodschappen was het tijd voor wat lichaamsbeweging. We gingen het eiland verkennen op de mountainbike. Holy shit, wat ben ik blij dat Nederland plat is. Heuvel op, heuvel af, heuvel op, heuvel af. Het is echt stom dat naar beneden zoveel sneller gaat dan naar boven. Na een dagje fietsen was ik GESLOOPT. Op het weggetje naar de haven brak ik nog bijna drie armen want ik gleed zo hard weg dat Annerijn en Suus me al acht keer hadden zien vallen. Bij de slagboom wist ik mezelf gelukkig op te vangen. Zelfmoordpoging 4? Na het zien van mijn bijna-val besloot de rest om te gaan lopen, verstandige keuze. 
Op dezelfde dag was een aantal leerlingen ook begonnen aan de kadeschildering. Het winnende ontwerp was dat van je girl Selma, aka de stilste leerling aan boord. Ik wil niet opscheppen ofzo, maar mijn ontwerp was ook gewoon in de top-3 beland (#proud). De kadeschildering is uiteindelijk hartstikke mooi geworden. Als het goed is komen we nu veilig thuis! 
De volgende dag zouden we op solobivak gaan, maar het weer was zo slecht dat dit niet doorging. Iedereen vond dat echt heel jammer. Ik kreeg bij het ontbijt te horen dat ik samen met Marit en Karlijn de laatste boodschappen zou gaan halen. Ehmm… Okay, ik mag weer mee, super leuk! Toen we in de rij stonden werden we gebeld door Sam. “Hoe ver zijn jullie?” Het was duidelijk Sam wilde weg. Het waaide namelijk ontzettend hard en het schip was de hele tijd tegen de kant aan het beuken. De trossen stonden op het punt van knappen. We konden niet langer aan de kade blijven liggen. Toen wij terug waren renden we met z’n allen naar de kadeschildering en maakten een foto. Vervolgens werd het schip voor anker gegooid bij de ingang van de haven. De solobivak ging niet door dus gingen we aan school, of nee… toch niet? We gingen Ajax-PSV kijken op de beamer! Yaasss!! De uitslag? Superyaasss!!!
De volgende dag zou ik naar de tandarts gaan. Sam had gefixt dat we (een docent, een andere leerling en ik) werden opgehaald met een bootje (onze bijboot lag er natuurlijk niet in). De tandarts sprak slecht Engels, maar heeft wel m’n spalkje weer vastgezet, dus dat was nice! Tussen mijn afspraak en de afspraak van de andere leerling in, gingen we op zoek naar earl grey thee voor Hendrik. Hij wil namelijk geen yellow label… #veeleisendwel Het was een leuk uitstapje!
Op 1 april had een aantal mensen zijn best gedaan om leuke 1-april-grappen te bedenken. Sommige grappen waren leuker dan andere… Mijn favoriet? Het weghalen van de planken van de banken van de eetzaal. ’s Ochtends ging iedereen op de kussens zitten en zakte vervolgens vol door het gat heen. Ik zat op de goede bank, dus ik kon toekijken, leedvermaak is gewoon het leukst! Voor Sander was 1 april nogal zwaar. Hij had zich namelijk aangeboden voor de ankerwacht om twee uur ’s nachts. Hij kwam z’n bed uit, ging naar de WC, honing op de bril… Hij wilde wat water drinken, plakband op de tap. Het was niet de prettigste manier op wakker te worden. 
De volgende dag gingen we bunkeren en was het tijd voor vertrek… naar huis. We gingen op weg naar huis. AAAAA! Wat balen! Het laatste stuk varen zou uitdagend worden. Er stond ons hard weer te wachten. De verwachtingen zijn behoorlijk uitgekomen. Golven van 4 meter hoog en 30 knopen (7 bft) wind, het was kloteweer, maar stiekem vond/vind ik het wel leuk. Het schip gaat alle kanten op. Ik ben zojuist bij het schrijven van mijn sailmail van de bank afgevlogen en ik lag met laptop en al op de grond. Iedereen lachte me keihard uit. Slapen is een beetje pittig zo nu en dan en wachtlopen is koud. Af en toe vliegt er een monstergolf over het dek heen en dan ben je doorweekt. Vandaag heb ik met Alex de buitenkluiver ingepakt, dat was ook een leuke opgave, want dat ding vliegt alle kanten op. Jullie kunnen je het waarschijnlijk niet voorstellen, maar voor ons is dit harde weer alweer normaal. Morgen heb ik keukendienst, dus ik moet maar eens gaan ‘slapen’. Voor het geval dat ik morgen overlijd doordat de messen door de keuken vliegen, ik hou van jullie!

Tot de volgende blog!
Cécile
​DutchlawDesk#
Foto
0 Reacties

Een heeeeeeeeeeel lang verhaal (scheepsovername Cuba tot de Azoren)!

4/1/2019

0 Reacties

 
Hoi Allemaal,

De scheepsovername was voorbij en we moesten het schip weer teruggeven aan kapitein Sam. De wind deed stom, dus we moesten ‘de brommer’ aanzetten. We liepen tweepersoonswachten, want dan kon het grootste deel van de groep een inhaalslag maken met school. Deze wachten waren echt superleuk. Het was ein-de-lijk een keer rustig, oh nee… toch niet? Ik liep met de ‘Drie Musketiers’ vrijwel alle 5-9 wachten en we waren vaak zo melig dat het in de stuurhut niet echt rustig te noemen was. De tweepersoonswachten zorgde voor wat verwarring wat betreft de klusjes. Als de afspraak is dat de schoolmensen de klusjes doen, dan schijnen sommige mensen toch wat moeite te hebben om dat te begrijpen. Ik gaf twee keer een middendekje, omdat ik had gezien dat mensen hun taken niet hadden uitgevoerd. 

Op een gegeven moment gaf Sam ook een middendekje om aan te kondigen dat we harder weer zouden gaan krijgen. Na de Strait of Florida zou het schip weer meer gaan bewegen. Dat betekende dat we vanaf dat moment altijd dichte schoenen aan moesten hebben, dat we alles zeevast moesten zetten en dat we onze zeilpakken uit het visruim moesten gaan trekken. Om even de situatie te schetsen: het was windkracht twee, we bewogen haast niet en het was 28 graden. Wij dachten: “Wtf…? Why…?” Die middag hadden we zelfs nog gezwommen! Het was zo windstil dat het water een spiegel leek. Geen deining en geen wind; we mochten zwemmen op de open oceaan, in de Bermudadriehoek! Vanaf het uiterste puntje van de kluiverboom sprong ik in het water en ook trappetje zeven heb ik aangedurfd. Het was best een raar idee dat onder ons zich alleen een aantal kilometer water bevond. #scary

De volgende dag werd duidelijk waarom Sam die mededelingen had gedaan. We voeren de Strait of Florida uit en BAM! Wind, golven en KOU. Geloof me het was echt ‘ijskoud’ buiten. Zo voelde het tenminste voor ons, want wij waren +30 graden gewend. Ik was nog altijd te lui geweest om m’n warme kleding uit het achterste hoekje van mijn hut te vissen, maar ik moest er toch echt aan geloven, wilde ik niet doodvriezen. Het schip ging heerlijk op en neer, muren-knuffel-weer. De boeken vlogen door de salon, de bakjes door de eetzaal, de messen door de keuken en ik vloog ook alle kanten op. Het ‘wachtbankje’ was een glijbaan geworden, iedereen schoof van loef naar lij. Als je aan lij zat, kon je je dus voorbereiden op een groepshug. Ons recordje is volgens mij 35 graden helling. Dat is nog niks als ik de verhalen van Sander van vorig jaar hoor. Zij hebben echt storm gehad bij Bermuda. Onze overtocht ging eigenlijk heel soepel. 

Op de dag dat ik keukendienst had, kwamen we aan op Bermuda. We voeren door smal vaarwater om in de baai terecht te komen. Bermuda zag er echt wonderschoon uit en dat was het ook. Het water was blauw, niet een beetje blauw, intens blauw, het blauwste water dat ik ooit heb gezien, zo blauw. In vergelijking met de landen die we hiervoor hebben aangedaan, was Bermuda ontzettend luxe. Bermuda was echt een paradijsje. Het leek gewoon één groot vakantieresort. Je kan Bermuda bijna het tegenovergestelde van Dominica noemen. Deze afwisseling tussen de bestemmingen maakt het iedere keer ontzettend leuk om ergens aan te komen.

De eerste dag op Bermuda hadden we vrije tijd. We gingen met de bus naar Hamilton, de hoofdstad van Bermuda. Daar belandden we in een frozen yoghurt winkel, waar ze verrukkelijke ijsjes verkochten die je zelf kon samenstellen. De tactiek? Weinig ijs (want dat is zwaar) en heel veel sprinkels. Vervolgens zette je je ijsje op de weegschaal en kon je iets van tien dollar dokken. Bermuda is duur, heel duur. Gelukkig had ik nog wel flink wat geld, dus dat was fijn. We belden op de free WiFi van de ijswinkel, dat was ook prettig. Cuba was wat betreft bellen namelijk echt hels. Toen we uitgebeld waren, gingen we lunchen. Het was al drie uur ofzo, dus we waren heel erg laat en het was opnieuw erg duur, maar wel lekker! Daarna gingen we een beetje shoppen en uiteindelijk belandden we in hetzelfde zaakje als waar we begonnen waren. Frozen yoghurt, again… Avondeten was in ieder geval niet meer nodig. Veel mensen hebben een Bermudatrui gekocht, maar ik vond ze niet eens zo geweldig. Achteraf had ik het misschien wel moeten doen, want iedereen jat hier mijn truien. In de winkel van de Bermudatruien kwam ik een veel beter shirt tegen. Achterop het T-shirt stond de quote: “Mariners rule: The captain is always right. And I’m the captain.” Deze tekst vond ik heel toepasselijk voor een vriendin van mij die tijdens de tweede scheepsovername kapitein was. Zij vindt namelijk dat ze altijd gelijk heeft. Zo blijft ze bijvoorbeeld beweren dat het een ijskast is, terwijl het gewoon een koelkast heet. We kochten het shirt allebei als herinnering aan onze scheepsovernames. We konden het niet laten om er ook eentje voor Sam te kopen. Cadeautje! Graag gedaan Sam.

De twee dagen die volgden hebben we aan school gewerkt en aan het SaS-PO Plaatsbepaling zonder GPS. Daarnaast waren er een hele hoop leerlingen die hun hut volledig hebben moeten uitruimen om bedwantsen te bestrijden. Daar heb ik zo nu en dan bij geholpen. Ook kwamen er drie mensen bij ons aan boord die onze docenten in een restaurantje hadden ontmoet, een van hen gaf les op een basisschool in St. George, de plek waar we lagen. De man gaf een mini-saxofoonconcert, dat was heel leuk. De volgende dag gingen we bij de basisschool op bezoek. Het was een soort kleine uitwisseling. De kinderen waren tussen de vijf en tien jaar oud. Vier van ons gaven een presentatie over School at Sea, ik was één van hen. Ik weet niet waardoor het kwam dat ik uiteindelijk die presentatie moest geven, maar Engels is niet mijn sterkste kant dus heel soepel ging het niet. Dat de PowerPoint het ook nog eens niet deed, maakte het nog lastiger. Vijfjarigen kijken namelijk met name graag naar foto’s en filmpjes en die misten dus. Gelukkig waren een leerling en een docent nog terug gegaan naar het schip om alsnog de PowerPoint te fixen. Helden. De kinderen waren haast robotjes, zo goed waren ze afgericht. Ze waren stil, spraken niet voor hun beurt (schrokken en zeiden sorry als ze dat per ongeluk wel deden), moesten hun handen uit hun broekzakken halen, droegen een schooluniform, zeiden in koor goedemorgen tegen iedereen en deden een gebedje voor het eten. Dat is even wat anders dan het schoolsysteem in Nederland waar het respect af en toe echt verdwenen lijkt te zijn. 

De volgende dag vertrokken we vroeg. Sam maakte me wakker en zei: “Je hebt wacht.” Ik dacht, je kletst, want we lagen stil. Hoe kan ik dan wacht hebben… Ik werd blijkbaar wat eerder mijn bed uit gejast om mee te helpen met netten ophangen, was weghalen, zeiltjes uitpakken, enzovoorts. Toen we klaar waren, klom ik nog snel met iemand naar de bovenbram om wat sponsorkiekjes te schieten. Dat hoort er ook nog bij. Er kwam een pilot aan boord en we vertrokken. Die pilot was echt onzin, want we waren zelfstandig naar binnen gevaren, maar blijkbaar dachten die Bermudanen dat we niet meer veilig naar buiten konden komen. Ook voer er een klein bootje mee waar nog eens drie man op zaten. Nou we zijn veilig de baai uitgekomen hoor, dus dat is fijn! Die pilot heeft verder niks gedaan en geen woord gezegd. Hij stond naast Sam die aan het sturen was en had al gauw door dat ‘ie een beetje nogal overbodig was. Binnen een paar uur waren de eerste mensen zeeziek en werd er volop gebarft. Ik heb nog altijd geen last van zeeziekte, lucky me! :)

De Atlantische oversteek was, qua weer, redelijk relaxed. We konden lekker cruisen, soms op de motor, soms op de zeilen. Wat dat betreft werkte het weer niet echt mee. De motor stond iets te veel aan naar mijn zin. Als we ook maar een beetje konden zeilen, werd die kans ook gelijk gegrepen, want we hadden niet heel veel diesel (de stuurboordtank kan niet meer gebruikt worden). Overdag konden we genieten van een heerlijk zonnetje, ’s nachts van de sterrenhemel, maar ook van de superheldere (en soms rode) maan. Het was gewoon bijna licht ’s nachts. Ook hebben dolfijntjes en walvissen zich opnieuw aan ons zich laten zien. Daarnaast waren er weer een hoop deadlines: PO’s, SaS-story, sollicitatiebrief. STRESS!

Ook merk je dat we in de buurt van huis komen. Het gaat steeds vaker over wat we gaan doen als we thuis zijn en al dat soort dingen. De laatste maand is ingegaan. Mijn motto blijft: Ik wil nog niet naar huis, nog lang niet, nog lang niet. Ik wil nog niet naar huis, nog lang niet, nog lang niet!

Aan het einde van de oversteek hadden we nog een scheepsovername. De kapitein werd… THOMASSSSSS! Niemand had aan het begin van SaS durven denken dat deze kerel ooit kapitein zou worden, maar hij had het gewoon geflikt. Thomas had echt de gunfactor, want iedereen was superblij. Wel jammer dat we de vrouwelijke-kapitein-streak niet hebben doorgezet. Thomas sprong acht gaten in het plafond en begon toen snel aan de voorbereiding want hij had amper voorbereidingstijd. Ik was hoofdredacteur van de scheepskrant geworden. Ik had deze functie gekregen omdat ik daar zo mega-fucking-enorm-geweldig-intens-onwaarschijnlijk-onbeschrijfelijk geschikt voor was en natuurlijk niet omdat ik de enige sollicitant was (dat was puur toeval). Ik moest het helemaal in mijn eentje doen. Dat was eigenlijk wel nice, want mijn competentie samenwerken ligt nog steeds op niveau 1. ‘Samenwerken is toch gewoon stom’, dat was wat ik in mijn sollicitatiegesprek zei. Pascal kon hard om me lachen en begreep me gelijk, andere mensen zijn gewoon incapabel okay, laat me :). 

Ik heb om precies te zijn veertien uur geslapen in drie nachten. Ik was gewoon 99% dood aan het einde van de scheepsovername. Wel heb ik een mooie scheepskrant afgeleverd, waar ik stiekem best wel trots op ben. Ik zou hem graag naar jullie doorsturen, maar what happens on the Thalassa, stays on the Thalassa. Oh, en bestandsformaat is veel te huge, dus dat wordt hem niet. Toen we aankwamen op de Azoren, hadden we die middag gelijk vrije tijd, maar dat is voor een ander verhaal!

Deze oversteek had ook een naar randje. Er zijn namelijk gedragsregels overtreden op vorige bestemmingen. Dit heeft ervoor gezorgd dat er een intensief groepsproces heeft plaatsgevonden en ook nu nog bezig is. Er zijn veel gesprekken geweest en we hebben hier als groep veel van geleerd. Uiteindelijk is er één leerling naar huis gestuurd. Dit heeft voor een behoorlijke klap gezorgd. Samen komen we hier wel weer uit, tenminste dat hoop ik dan maar. 

Dit is ook de reden geweest dat er geen sailmails zijn verzonden. Als dit allemaal niet was gebeurd, hadden jullie overigens ook geen sailmail gekregen hoor, want de WiFi lag eruit. Er kon geen verbinding meer gemaakt worden met de satelliet. In Europa zitten we weer op een andere satelliet, maar de kans is groot dat we ook daar niet mee kunnen verbinden. Dit zou wel eens kunnen betekenen dat ik pas in Nederland weer WiFi heb en dat er dus tot die tijd ook geen blogs verschijnen. Het spijt me, maar ik kan er helaas ook weinig aan veranderen. 

Tot de volgende blog!

Liefs Cécile
​#DutchlawDesk
Foto
Foto
Met dank aan DutchlawDesk voor de paraplu's!
Foto
Foto
0 Reacties

Geen Satelliet, geen Wifi, geen contact.......

3/25/2019

0 Reacties

 
En dus ook geen Blog!

Beste allemaal,

Deze keer even een kort berichtje van mij, Chantal ( moeder Cécile).
Cécile is op dit moment bezig met de grote oversteek terug naar Nederland. Ze zijn 14 maart vertrokken vanuit Bermuda. Verwachte aankomst op de Azoren is nu 28 maart. Daar hebben ze nog een tussenstop waarna ze doorvaren naar IJmuiden. De satelliet blijkt kapot waardoor er geen goed contact met het schip mogelijk is. Natuurlijk is er wel beperkte communicatie inzetbaar voor noodsituaties. Op de Azoren verwachten ze het probleem op te lossen. Slechte nieuws is dus dat er helaas ook deze week geen blog zal zijn van Cécile, goeie nieuws is dat ze op de terugweg is, al zal ze daar zelf misschien anders over denken :). Verwachte aankomst in Nederland is zaterdag 20 april. 

Groetjes Chantal
#DutchlawDesk
Foto
Foto
Foto
Paarse stipje links onder is de Thalassa.
0 Reacties

Foto's foto's en nog meer foto's 2.0

3/12/2019

0 Reacties

 
Foto
Foto
Foto
0 Reacties

Tis je Dreamteam!

3/4/2019

0 Reacties

 
Hoi Allemaal,

Ik ben moe.
Einde blog.

Ik heb weinig zin om heel veel meer te zeggen dan dat, zo moe! Maar natuurlijk ga ik toch nog een kort blogje typen voor jullie… Waarom ben ik zo moe? Ik heb de hele dag keukendienst gehad, dat zal het zijn!

Ehmm, wat is er allemaal gebeurd? We left Cuba. Meestal varen we de baai uit onder leiding van kapitein Sam, maar deze keer was kapitein Laura aan de macht. Jaja, me bisj was kapitein tijdens de scheepsovername. Mijn functie? Matroos. Matroos was niet de functie die ik het liefst wilde bekleden, maar achteraf was het wel leuk. De wachten waren megadruk en superzwaar, maar wel nice. Samen met mijn vorige stuurman zat ik in de 5-9 wacht bij Teimen. Af en toe konden we lekker roddelen over wat er wel en niet goed ging. Het is bijvoorbeeld niet echt nodig om met twee wachten (12 mensen) het grootzeil te gaan zetten, maar ja als matroos heb je niks te zeggen, dus wij hebben braaf onze bek gehouden op dit soort momenten.
Na de scheepsovername voeren we verder langs de kust van Cuba, allemaal op de motor. Aangezien sommige mensen aan de bak moesten met school en we toch alleen maar moesten motoren, hoefden er iedere wacht maar twee mensen te komen. Die twee zouden sturen, logboek invullen en watermaker checken (en brood bakken). De hele 5-9 wacht is de ik-ga-slecht-met-school-wacht geworden, op drie mensen na. Die drie mensen gaan meer wachten lopen en wachten van anderen overnemen zodat zij dan aan school kunnen. Toevallig zijn Marit, Laura en ik ‘de drie’, dus wij liepen tijdens deze drie dagen motoren bijna alle 5-9 wachten. Dit was lekker rustig en keigezellig. In de ochtendwachten moesten we meerdere keren zeil zetten (beetje motorzeilen). Het grootzeil zetten hoeft helemaal niet met 12 man, je dreamteam bestaande uit Laura en Cécile kan dat gewoon met z’n tweeën. Onze spierballen zijn echt gegroeid in de afgelopen wachten hoor.
Nadat we de skyline van Miami hadden gespot, vond de wind het echt niet meer leuk. Windkrachtje 0.0! Het water was gewoon een spiegel en er was amper stroming en deining. Het klinkt waarschijnlijk heel kut, maar dat was geweldig. ZWEMMEN! ZWEMMEN! ZWEMMEN! Sam lag nog in z’n nest, dus wij waren echt aan het hopen dat ‘ie er snel uit zou komen. Zouden we mogen zwemmen? En toen kwam het middendekje hoor. ZWEMMEN! We hebben gewoon gezwommen in de Bermudadriehoek! Het was super leuk!
Van zwemmen met een temperatuurtje van 30 graden ofzo, is het nu opeens zeilpakkenweer. Niet dat ik daar veel last van heb gehad, want ik stond vandaag in de keuken (temperatuur 40+). Het eten was gewoon op tijd! Iedereen was echt mind-blown, want in mijn keukendiensten is niks op tijd. Nu is het tijd om te slapen, want morgen weer wacht!

Tot de volgende blog!

Groetjes Cécile
​#DutchlawDesk
0 Reacties

Rum, Cigars and Havanaaa!

3/3/2019

0 Reacties

 
Lieve aleemaal,

Het voelde als de dag van gisteren, eigen reis Panama. Op de een of andere wonderbaarlijke manier was het alweer tijd om door Cuba heen te gaan touren. We werden in Cienfuegos afgezet met een dagbudget van dertig euro per persoon. Deze keer was de opdracht: zorg dat je hier over 8 dagen weer staat om vijf uur. We hoefden dus niet eens naar een bepaald punt te reizen ofzo. Mijn voorstel was natuurlijk om acht dagen in Cienfuegos te blijven en daar in een keiluxe hotel te gaan slapen, om zo nu en dan een dagtripje te doen. Sommige mensen (lees: iedereen) uit mijn groepje waren het daar niet helemaal mee eens. Ik zou niet weten waarom… De mensen die trouwens bij mij in het groepje zaten waren: Nieck, Matisse, Lynn, Jeroen, Roxanne, Selma en Liselotte. Onze begeleider was Trudy #again.

Dag Uno 
We moesten van de haven naar het centrum lopen van Cienfuegos. Op zich was het niet heeeeel ver, maar met een backpack op je rug voelt alles echt dertig keer zo lang, oftewel doodgaan. Eenmaal bij het wisselkantoor aangekomen, konden we eindelijk die pokkedingen van onze rug afhalen. Er kwam zo’n heerlijke zweetvlek onder vandaan, nice. Toen we geld gingen wisselen, schaamden we ons behoorlijk… En terecht! Wij waren daar namelijk met twee 15-jarigen gewoon het jaarsalaris van acht Cubanen aan het inwisselen. Toen onze euro’s vervangen waren voor CUC’s, was het tijd om te vertrekken richting Havanaaaa! We gingen een taxi fixen, want bussen is hier intens duur, maar dat was een beetje lastig. We mogen namelijk niet opsplitsen, dus heb je een taxi voor acht personen nodig. Gelukkig hadden wij Jeroen in ons eigen-reis-groepje. Deze held spreekt gewoon vloeiend Spaans, want z’n moeder is Spaans, dus daar heb je echt superveel aan. In Cuba kunnen ze namelijk geen Engels. Uiteindelijk belandden we toch in een soort privébus, die echt heel chill was. Tijdens het ritje ging het echt kneiterhard regenen. Wat was ik blij dat mijn backpack gewoon in de laadbak van de bus lag en niet, zoals bij de gemiddelde taxi, op het dak. Eenmaal in Havana aangekomen, werden we afgezet voor een superduur hotel. De portier hielp ons met het fixen van een casa, want voor dat hotel waren wij natuurlijk te skeer, en dat ging allemaal supersmooth. We hadden twee casa’s in hetzelfde gebouw, waar allebei vier mensen in konden slapen, prima. Vervolgens was het tijd om te gaan eten. We aten een hamburgertje bij ons in de straat en kwamen erachter dat eten hier echt behoorlijk goedkoop is (maar wel skeer en mokerongezond). Vervolgens gingen we ons eerste ijsje halen van de eigen reis en liepen we wat door Havana. Toen was het alweer tijd om ons bedje op te zoeken. Eerst hadden we goeie ‘bedklets’, maar langzaamaan begon iedereen in slaap te vallen, dus gingen we slapen. 

Dag Dos
Op de tweede dag gingen we op zoek naar ontbijt. In Cuba kan je echt niks normaals kopen. Ze weten daar gewoon niet wat een supermarkt is. Ook ontbijt zoeken was moeilijk maar uiteindelijk kwamen we bij een bakkertje terecht. Ze hadden daar niet echt normale broodjes ofzo, dus het ontbijt werd weer lekker ongezond. Vervolgens gingen we WiFi’en. In Cuba zijn ze daar ook keiweird mee. Mensen hebben gewoon GEEN internet. Er is alleen internet op een aantal openbare pleinen. Als je daar gebruik van wil maken, moet je eerst een kaartje kopen voor een uur WiFi, echt mokeronhandig. Terwijl wij lekker aan het WiFi’en waren, kwamen er soms wat mensen naar ons toe. De één wilde wiet verkopen, de ander wilde geldjes, wij wilden gewoon bellen, irritant...! Cubanen zijn ook echt opdringerig. Als je nee zegt, wordt daar niet bepaald naar geluisterd en als je over straat loopt, worden er dertig menukaarten in je hand geduwd en wordt je bijna de restaurants in getrokken. Daar wen je wel aan als je acht dagen in Cuba bent. Na het WiFi’en hebben we door Havana geslenterd. We hebben de winkelstraat wel duizend keer gezien! In Havana kan je echt hele leuk souvenirtjes kopen voor weinig geld, dus dat was nice. Na het winkelen hebben we en uurtje met twee cabrioletten door Havana getourd. Dat was superleuk! Toen we autopech kregen streste Trudy hem alleen een beetje, maar wij vonden het wel lachen. Na het tourtje hadden we afgesproken met een ander groepje om samen te gaan eten. Wij hadden al wat leuks gereserveerd. We gingen zitten en de kaart werd op tafel gelegd. Toen we wilden gaan bestellen, kwam het er uiteindelijk op neer dat 80% van de kaart er niet was. We besloten we weg te rennen, ondanks dat dat een beetje onbeschoft was. Vervolgens kwamen we in een pizzeria terecht. We kregen van die vette, dikke, ranzig pizza’s, maar het was te eten. Vervolgens gingen we nog ff in ons hostel chillen met het andere groepje en toen was het weer tijd voor bedklets!

Dag Tres
Het was alweer onze laatste dag in Havana. We gingen weer ontbijten bij ‘het bakkertje’. Na het ontbijt gaf een cultuurchick in ons groepje aan nog heel graag naar een kerkje en een theater te willen. Aangezien we natuurlijk rekening moesten houden met iedereen, gingen wij akkoord. Nadat wij weer wat cultureel bijgespijkerd waren, gingen we naar het strand. We namen de bus en kwamen op een ontzettend mooi strandje terecht. Er was ook een strandtentje en het was lunchtijd, dus wij voelden een match. We gingen erheen en het was vol… Er kwam een plekje vrij, dus wij dachten dat we alsnog konden gaan eten. Vervolgens was er alleen vis en dat was superduur. Er waren ook bijgerechten, dus wij vroegen of we gewoon frietjes konden bestellen, maar dat mocht niet. We konden alleen bijgerechten bestellen als we ook vis zouden eten. We werden echt helemaal leip door de onbeschofte restauranteigenaar, dus we gingen hem in het Nederlands uitschelden en liepen vervolgens weg. Gelukkig was er nog een of ander kraampje waar we drinken en ijs konden kopen. We kochten vier bakken ijs, vier zakjes chips en wat te drinken. Je moet toch wat lunchen. Na de ‘lunch’ gingen we zwemmen. Het was lachen om een beetje mee te zwemmen op de golven, maar het zorgde er wel voor dat er weer vier kilo zand in mijn bikini zat. Dit deed me herinneren aan een Panama-eigen-reis-momentje, namelijk Bluff Beach. ’s Avonds gingen we weer terug. We kwamen een Nederlander tegen die nog een tip had voor een restaurantje. Daar gingen we eten. Eerst gingen we nog Churros halen. Ik deelde met iemand, want we moeten ons wel een beetje aan ons dieet houden natuurlijk.

Dag Quatro
Tassen pakken en op naar de taxi. Bye Havana, let’s go Santa Clara, volgens de Lonely Planet “Cuba’s edgiest city”. Op de een of andere manier hadden we weer geluk en wisten we voor redelijk weinig geld in Santa Clara te belanden. We werden afgezet bij het hostel dat een ander groepje ons had aangeraden. We kregen weer twee prima kamers, dus wij waren helemaal tevreden, zeker toen we nog een lekker guavesapje aangeboden kregen. ’s Avonds gingen we naar de film. We moesten CUC’s wisselen voor CUP’s (munteenheid voor locals) om binnen te komen. We kwamen in een zaaltje met een paar stoelen en een digibord. Het was skeer, maar ontzettend fatoe. We gingen Robin Hood kijken, dus het was wel gewoon een goede film. We zaten daar bijna helemaal alleen, er waren nog twee andere mensen. Dat het zo skeer was, was niet raar, want we hoefden omgerekend ook maar iets van 20 cent p.p. te betalen. 

Dag Cinco
Op dag cinco hebben we eerst een uurtje geWiFi’d. Dat kon gewoon in het hostel als we kaartjes kochten, dus dat was superfijn. Vervolgens gingen we door de stad lopen en wilden we naar een sigarenfabriek. Dat kon niet want het was zondag. In Santa Clara was wel een soort supermarkt, dus daar gingen we ook eventjes kijken. Een van onze groepsleden voelde zich niet zo lekker, dus die wilde naar het hostel. Vervolgens hebben we een paar uur in het hostel gechilld zodat zij kon slapen. We kochten nog wat WiFi-kaartjes en Jeroen, Liselotte en ik mochten nog wel even weg om te proberen kaartjes te kopen voor de sigarenfabriek voor de volgende dag. Door heel veel te smeken mochten we na het fixen van de kaartjes van Trudy nog even met z’n drieën een drankje doen op een terrasje. Daar waren wij wel blij mee, want heel veel was er in het hostel niet te beleven. Vervolgens hebben we in het hostel nog op het dakterras gechilld wat ook geen straf was. Uiteindelijk gingen we avondeten en vervolgens zouden we naar een concert gaan. Dat ging niet door, dus we moesten een ander plan verzinnen. We gingen terug naar de bioscoop en zagen dat er een circusshow was. We kochten direct kaartjes en gingen naar binnen. We verstonden er natuurlijk niks van, maar hebben toch hard gelachen. Daarnaast hebben we ook een gehoorbeschadiging opgelopen, maar die had ik toch al.

Dag Seís
We gingen weer ontbijten in het hostel wat we de dag daarvoor ook hadden gedaan. Daarna gingen we naar de sigarenfabriek. Het was wel lachen om te zien hoe die dingen gemaakt worden. Na de fabriek gingen we naar de winkel om ook sigaren te kopen. We mochten er per persoon maximaal twee kopen, want je mag maar een bepaalde hoeveelheid meenemen aan boord. Anders wordt het export en betaal je mokerveel geld. Ik heb twee Romeo en Juliette sigaren gekocht, dat schijnen namelijk de beste te zijn. Ga er thuis maar vast om vechten! Na de fabriek stond er een taxi voor ons klaar. Dat had de mevrouw van het hostel voor ons geregeld. We gingen naar Trinidad en ze had daar ook al een hostel voor ons gefixt, van een vriendin van haar. Toen we in het hostel aankwamen vertelden ze ons dat we voor twee kamers zouden betalen, maar dat we drie kamers kregen. Een van die kamers was eigenlijk hun kamer, dus wat we deden was illegaal. Het hele casa was voor ons, maar we mochten geen tassen enzo in die kamer zetten en we konden er alleen via een tussendeur in. Dit mocht omdat ze het Jeroen zo goed uit konden leggen. Ze hadden ook uitgelegd dat je de sleutel van het slot van de deur naar de tuin altijd aan de buitenkant erin moest hebben, maar Nieck,  was dat helaas vergeten. Nou dat slot hadden we gesloopt en de deur kon niet meer open. Gelukkig hoefden we niks te betalen. Het was trouwens niet het eerste wat we gesloopt hadden deze reis. In Havana was iemand anders van ons groepje tegen een supergrote spiegel aan gaan zitten en opeens hoorden we een knal, zat er een keigrote barst in… Oeps! ’s Avonds gingen we bij een superluxe restaurant eten voor weinig geld, want we hadden megaveel afgedingd. Het was echt superluxe, ten minste voor ons dan. Eigenlijk was het gewoon zoals een restaurant in Nederland, maar dat is heel luxe voor Cuba. We kregen allemaal hetzelfde, namelijk een lekker visje en eindelijk wat groenten. Dat hadden we al veel te lang niet gegeten.

Dag Siete
Het was tijd om paard te gaan rijden. Iedereen had er superveel zin in op één iemand na, namelijk Nieck. Die was een beetje bang voor paarden nadat hij er als klein kind vanaf gevallen was. We werden opgehaald bij het hostel door een Cubaanse cowboy meneer. Hij bracht ons naar de paarden. Iedereen kreeg een paard, die van mij was een beetje dun. Dat beest liep ook de hele tijd achteraan totdat die guy z’n zweep optilde, dan rende dat paard als een gek naar voren. Het paard gaf helemaal niks om de andere paarden en rende er gewoon doorheen. Hij hield niet echt rekening met het feit dat mijn benen er ook nog waren. Mijn knie werd telkens bijna in de aars van een ander paard gestoken, dat was niet echt fijn. Uiteindelijk kwamen we bij een watervalletje, waar we wat gezwommen hebben. Vervolgens stapte we weer op onze paarden voor de terugweg. Liselotte kon alleen nog maar janken en snotteren, want die was een beetje allergisch voor paarden. Nieck vond het stiekem wel leuk, met name als z’n paard geslagen werd want dan ging ‘ie harder rennen. Trudy kon alleen maar zeuren over dat die beesten te dun waren en ze vroeg zich de hele tijd af of ze wel genoeg te eten en drinken kregen. Nou die paarden stopten niet met schijten en pissen, dus ik denk het wel. Toen we het laatste heuveltje op wilden, vroeg Trudy of we niet gewoon konden gaan lopen. Nee Trudy, we blijven op die paarden zitten. Na het paardrijden liepen we weer wat door Trinidad. Roxanne en ik wilden nog naar het strand, maar dat wilde de rest niet. Die wilden weer in het hostel chillen. Nou oké dan maar! We hebben een hoop spelletjes gedaan en uiteindelijk was het wel gezellig. We kregen wat te eten in het hostel en gingen vervolgens nog even de stad in om Piña Colada’s te drinken (sin alcohol natuurlijk, NIX18).

Dag Ocho
Jaja, het was alweer de laatste dag! Op naar Cienfuegos, want dat was de eindbestemming. De mevrouw van het hostel had weer een taxi voor ons geregeld, super chill. In Cienfuegos aangekomen wilden de jongens weer een beetje door het stadje lopen enzo, terwijl we de dag ervoor hadden afgesproken nog wat leuks te gaan doen. We hadden namelijk nog behoorlijk wat budget over. Roxanne en ik sleurden iedereen mee naar het infopunt en het kwam erop neer dat er in Cienfuegos niks te doen is. Wel was er een keileuk strandje in Rancho Luna. Wij wilden dus naar het strandje. We hebben lekker egoïstisch onze mening doorgeduwd, want we hadden de dag ervoor een afspraak gemaakt. We gingen naar het strand en zouden daar gaan kijken of we konden catamaran zeilen. Rox en ik hebben een uur rond gelopen, want het hotel waar het eventueel zou kunnen was pittig ver weg. We konden wel catamaran zeilen maar het waaide te hard en dan wilde de kapitein mee en mochten we maar één keer op en neer. Dat werd hem dus niet. We gingen eten en na het eten ging ik naar de WC om me om te kleden. Ik kwam de WC uit in m’n bikini en opeens wilde ze allemaal leaven. Ze hadden een heel plan om de taxi die ons had gebracht op te lichten en dan alsnog even door het centrum te kunnen lopen. Dat ging uiteindelijk niet door want we zouden moeten opsplitsen en daar was Gert het niet mee eens. Gert = Gertruda = Trudy voor de mensen die dat niet begrepen. Ik kon alsnog ff zwemmen en toen kwam de taxi ons ophalen. We werden afgezet bij de haven en deden nog een drankje. We kregen ons geld er niet doorheen dus hielden nog 60 CUC over. Sam wilde dat ons niet teruggeven in euro’s, maar hij wil ons in Bermuda dan wel op een drankje trakteren. We werden niet opgehaald door onze eigen bijboot, maar door de bijboot van een ander schip. Die van ons was namelijk kapot. Eenmaal aan boord kregen we te horen dat we niet mochten wassen en niet mochten douchen voordat we zouden vertrekken. Dat duurde nog minstens vijf dagen… AAAAAA!! Het water in de baai was namelijk te vies en de filters van de watermaker slipten direct dicht als hij aangezet werd. Echt BALEN!
Het was een super relaxte eigen reis. Ik heb genoten! Oh en dit zou een korte blog worden, maar het is geloof ik de langste die ik ooit heb geschreven… #oeps! 
Tot de volgende blog!

Groetjes Cécile
#DutchlawDesk
Foto
Foto
0 Reacties

Dierentuin Thalassa....!!

2/18/2019

0 Reacties

 
Hoi Allemaal,
​
Na een hele hoop dagen Panama, was het tijd om te vertrekken. Pap, mam, ik stel Panama voor als vakantiebestemming volgend jaar! Deal?! Wat was dat een nice land. Toch had ik wel weer zin om ff te zeilen na iets van 10 dagen Panama. Dat zeilen werd grotendeels motoren, want tegenwind (zucht...). Iedereen was echt superdruk en enthousiast na het vertrek, wat niet helemaal te verklaren was, maar wel leuk. Iedereen had ook allemaal leuke souvenirtjes meegenomen van Panama, op één iemand na. Die had namelijk besloten luizen mee te nemen aan boord, echt dikke grote en met name heel veel Panamese luizen. Gezellig! Daarnaast waren Sanders en Wouters bedwantsen (misschien beter bekend als wandluis) ontsnapt uit hun hut en in een andere bemanningshut weer aangetroffen. Gezellig! En in de keuken? Meelwormen in de verpakkingen... Extra gezellig! Een grote beestenbende op de Thalassa. Alle verpakkingen moesten gecontroleerd worden en alles ging in potten en bakjes. Alle keukenkastjes moesten opnieuw schoongemaakt worden, terwijl dat echt net was gedaan. Mijn schooldag werd dus iets anders ingevuld dan de bedoeling was... (#ask3’tjesforhelp).
Toen we de volgende ochtend hagelslag gingen eten werden er twee pakken op tafel gezet waarvan de onderkant er niet zo heel fris meer uit zag. Na het ontbijt besloot ik eens te kijken op de plek waar de hagelslag gestored lag. Dat was een van de banken in de salon. Ik deed de bank open en kwam tot de verdrietige conclusie dat er nog maar één laagje aan pure hagelslag pakken was overgebleven #sosad. Ik wilde er een pak uithalen, maar dat kostte de nodigde spierkracht omdat het pak helemaal vastgeplakt zat aan de bodem van de bank. Shit. De bank was een beetje vochtig geworden en hagelslag pakken zijn niet de meest waterdichte verpakkingen die je kan krijgen, dus alle pakken die onderop lagen waren helemaal vies en half beschimmeld aan de onderkant. Samen met Laura en Thomas begon ik aan onze reddingsactie met als motto: “Red de hagelslag!” We haalden alle pakken eruit en deden alle nog te redden hagelslag in Nutella-, honing- en yoghurtbakken. Het was echt sad om al die pakken hagelslag over boord te moeten gooien terwijl er nog 5 cm (vastgeplakte) hagelslag in zat. Zeker omdat hagelslag in een schaarse hoeveelheid aanwezig is aan boord. Die avond had ik wacht van 21h tot 1h en wij mochten beginnen met het uitruimen van alle banken aan bakboord. Daarna werden alle banken schoongemaakt en werd alles weer terug in de banken gedaan. Wij waren daar natuurlijk nog niet mee klaar aan het einde van de wacht, dus we gaven het klusje door aan de 1-5 wacht en die gaven het weer door aan de 5-9 wacht. Zo blijf je toch lekker een nachtje bezig.
Toen we Cuba naderden werd het langzaamaan tijd voor de CUBA CLEANING! Bij het inklaren in Cuba zijn ze namelijk Vreselijk streng. Het schip moest schoner zijn dan dat het deze reis ooit is geweest. Drie meiden gingen de schoonmaak leiden en introduceerden een dag van tevoren het schoonmaakplan. De hagelslagbank moest opnieuw gedaan worden volgens het plan, maar dat vond ik een beetje raar, want dat was de schoonste bank van allemaal, omdat die echt net supergoed schoongemaakt was. Zij zeiden dat dat moest van Sam, dus wij gingen even navraag doen. Alle andere banken hoefden namelijk niet, terwijl die dus viezer zouden moeten zijn. Sam zei dat we de bank even moesten controleren door een deel leeg te halen en dat we dan even zouden kijken of het echt nodig was. Wij doen de bank open en halen er wat uit... WTF! Er stond een laagje water in de bank, nooooooo. ALLES kon er weer uit. Een afsluiter van een van de leidingen bleek niet goed dicht te zitten. Nou het was weer één grote ravage. Niemand van de wacht hoefde boven te blijven, want de bemanning zou sturen. Met z’n allen mochten we gaan schoonmaken en we probeerden er toch maar wat gezelligs van te maken. De banken waren binnen iets van twee dagen alweer ontzettend ranzig geworden door het water. Er lagen zelfs hoopjes schimmel, echt walg. De pasta verpakkingen van 5 kg bleken ook niet zo waterdicht te zijn, dus daar ging onze pasta (het leek wel spinaziepasta door alle groene schimmel). Toen ik in een pak bonen een soort van hele kleine miertjes zag lopen werd ik echt leip. Het is hier toch geen dierentuin ofzo... Alle pakken controleren en met de beestjesverpakkingen naar Jet, bleek dat die dingen niets kwaad konden en dat dat heel normaal is. Ehmm, okay dan maar... Na vier uur lang met m’n kop in die banken gehangen te hebben om alles schoon te krijgen, dook ik om 1h snel m’n bed in.
De volgende dag was het CUBA CLEANING. Om 9h begon mijn wacht. Het grootste deel van de wacht vertrok om 11h om schoon te gaan maken, maar samen met iemand anders moest ik blijven om de wacht te lopen. We wisselden af met sturen en stuurhut schoonmaken. Aan het einde van de wacht moesten er nog een hoop zeilen naar beneden en konden we die gaan inpakken. Om half 2 was ik klaar en ging ik eten. Daarna schoonmaken, schoonmaken en nog meer schoonmaken. Ik vermaakte me prima in de keuken, want daar is voldoende te poetsen. Net voor het avondeten was er een middendekje en zeiden de schoonmaakleiders dat we klaar waren. Nou de keuken was nog niet helemaal klaar... Er werden vrijwilligers gevraagd voor de afwas, zodat de keukendienst even vervangen werd. Ik bood me aan en samen met twee anderen zorgden we er alsnog voor dat de hele keuken schoon was. We gingen naar Jet voor de controle en er waren nog een paar kleine dingetjes die beter moesten. Bij poging twee was wel alles in orde en was het eindelijk tijd voor filmavond. Dat was me de schoonmaak wel...
De volgende ochtend stond ik iets eerder op om de bijboot in elkaar te zetten. Toen dat klaar was vertrokken we naar de kant, inklaren. Het duurde mokerlang, want we moesten allemaal één voor één naar binnen en dan moesten al onze gegevens ingevuld worden en werd er een foto gemaakt. De eerste paspoorten zijn van de volwassenen en daarna komen de leerlingen op alfabetische volgorde van voornaam. Ik begin lekker met de C, dus was als een van de eerste. Op een gegeven moment werd de eerste lading mensen weer teruggebracht naar het schip. Toen iedereen terug was, kwam ook nog de douane aan boord. WC verstopt... Aaaaaaaaa, helppp, bad timing. De WC werd als een malle ontstopt en schoongemaakt. Iedereen rende naar z’n hut om te checken of alles echt netjes was. Vervolgens ging de douane in witte jassen met drugshonden door het schip heen. Er werden zelfs etuis opengetrokken om te checken of er niks raars in zat. Schijnbaar heeft de douane nog heel hard kunnen lachen toen ze de hut van Pascal in kwamen. Bij aankomst wordt er door de bemanning namelijk altijd een drankje gedronken en Pascal had het ervan genomen. Dat was te merken de volgende dag, want die kerel heeft gewoon de HELE DAG nodig gehad om een beetje bij te komen. Hij heeft de hele dag geslapen... Waarschijnlijk de gemiste uurtjes van de hele reis even ingehaald (normaal slaapt ‘ie van 00h tot 06h ofzo). Hij was alleen even z’n hut uit gekomen voor de facecheck en is daarna weer gaan slapen, totdat ‘ie wakker schrok van de drugshond die naast z’n bed stond. Alles was prima... Oh nee, toch niet...? Dat beest begon opeens te blaffen bij de prullenbak op het achterdek. Daar zaten de ranzige, beschimmelde pasta verpakkingen in en dat vond de douane heel verdacht. Ze twijfelden of dat poeder aan de onderkant van de prullenbak niet gewoon drugs was. We mochten Cuba bijna niet in, maar gelukkig is het schip toch goedgekeurd. Sam is ofcourse nog ff boos geworden, omdat we de schoonmaak niet goed hadden afgerond en de vuilnisbakken niet netjes hadden geleegd, maar gelukkig eindigde het dus met een sisser.

Toen hadden we nog iets van zes dagen school voordat de eigen reis zou beginnen. Een van die dagen gingen we nog het spel Over De Streep spelen. Dat werd één grote jankpartij. Ik heb hier een blogje over geschreven, die terug te lezen is op de SaS-website, genaamd Dweilen met de kraan open. ( Mama zal deze in mijn blog zetten als hij op de site komt).

Wat ik verder op die schooldagen heb gedaan? Uhmm... Werkhok geschilderd, vriezers uitgeruimd en het vlees geteld en verder met name niets aan school. Hahaha oeps! Ik heb wel m’n bio hoofdstukken geleerd hoor en NLT website gebouwd, maar verder niet zoveel dus. Het werkhok schilderen moet je echt niet aan Laura en mij overlaten, want we hebben eerder het dek wit geverfd. Het werkhok moest wit, het onderste randje zwart en het trappetje donkerblauw.  Dat zijn ook de enige kleuren die je aan boord kan vinden, dus Laura en ik besloten er babyblauw van te maken door donkerblauw en wit te mengen. Wij vonden het heel mooi, maar daar was niet iedereen van de bemanning het mee eens. Sam vond het met name niet leuk dat ‘ie altijd als hij naar het trappetje zou kijken aan ons zou moeten denken (#sorrySam). Verder staan onze vingerafdrukken in het werkhok en als je even goed zoekt kan je ook onze initialen vinden, opdat wij niet vergeten worden :). 
Oh en de vriezer uitpakken was echt sad, want we hebben nog maar 27 vleesmaaltijden met nog 66 dagen te gaan ofzo. Ieuwwwwww vega eten, gadverdamme. Dat wordt smeken om vlees bij te kopen op de Azoren! Gelukkig houdt Sam zelf ook van vlees, dus dat zou moeten lukken.
Tijdens de schooldagen hing Pascal ook een briefje op de mast met de nieuwe scenario’s (dat verhaal met 1’tjes, 2’tjes en 3’tjes). Ik was net mijn sollicitatiebrief aan het schrijven totdat Laura me opeens riep. Ze stond bij het briefje en zei dat er iets op de achterkant stond. Ik keek goed naar het briefje en inderdaad. Je zag namen doorschijnen. Het eerste wat in ons opkwam was natuurlijk eigen-reis-groepjes. Ik trok het briefje van de mast en samen met wat anderen renden we naar het achterdek. We keken bij wie we zaten en plakten het briefje terug. Toen gingen we naar Pascal om te vragen of het de echte groepjes waren en of hij het expres had gedaan. Pascal begon een heel slecht toneelstukje te spelen en deed alsof hij van niets wist. Vervolgens werd er een middendekje gegooid en waren het inderdaad de groepjes, leuk geprobeerd Pascal.
Nu zijn we op eigen reis! Maar daar vertel ik meer over in de volgende blog, want dit ding is alweer veel te lang geloof ik. 

Groetjes Cécile, nu vanuit Cuba
#DutchlawDesk
Foto
Foto
Foto
Foto
0 Reacties

Het wel-capabele groepje (en Trudy)

2/13/2019

0 Reacties

 
Hoi allemaal,

Als laatste (ofcourse) groepje stapten wij de bijboot in. Sam en Jet zwaaiden ons uit en zeiden nog “Veel plezier en pas goed op elkaar hè”. Nou het klonk bijna echt zorgzaam. Stiekem waren ze natuurlijk gewoon superblij dat ze een weekje van ons af waren. In Portobelo begon onze reis. We hadden maar twee opdrachten. Opdracht 1: Zorg ervoor dat je over 8 dagen in Bocas del Toro bent. Opdracht 2: Ga direct naar Panama City en skip Colón (onveilig). Sam had ons groepje nog een derde opdracht gegeven: Wees een beetje lief voor Trudy (volwassen begeleider van ons groepje). Hij was namelijk een beetje bang dat we over d’r heen zouden lopen… Ons groepje bestond namelijk uit Minke, Cai, Matisse, Roxanne, Mare, Andrea en ik. Allemaal drukke mensen met een duidelijke mening. Nou daar gingen we dan. Portobelo was behoorlijk uitgestorven en wij konden natuurlijk het busstation niet vinden. Het duurde eventjes, maar uiteindelijk kwamen we alle andere groepjes tegen, die het busstation wel hadden gevonden. De eerste normale bus zat echt propvol, dus daar pasten wij niet meer bij. Toen kwam er nog een bus en daar wilden wij in gaan, maar die zat ook vol. Tegelijkertijd kwam er een luxe bus aan, waarop stond ‘privado’. De buschauffeur wilde ons graag de bus in hebben, maar wij dachten nee want dat is sowieso superduur. Uiteindelijk vroegen wij of we voor 3 dollar p.p. naar Panama City mochten en dat vond die vent oké. Nou helemaal top, want dat was goedkoper dan die andere bus en het was echt een hele fijn bus, met airco enzo. Wij zaten vrijwel alleen in die bus, samen met één ander groepje en nog vijf locals. Die andere groepjes zaten in die rotbus, goed gefikst wel. Toen we in Panama City aankwamen gingen we een grote shoppingmall in. Daar hebben we gegeten, gebeld en geshopt. Voordat we het wisten waren er alweer een paar uur voorbij. Aangezien ik een connectie had met de Nederlandse Ambassadeur van Panama, konden we bij de Ambassade op bezoek gaan. Het bussysteem in Panama was alleen onbegrijpelijk. Het duurde een tijdje voordat we eindelijk in de bus zaten. De bus duurde nog een stuk langer, want het was ontzettend druk in Panama City. Dit kwam doordat de paus in Panama City was op het moment dat wij er waren. Sam had ons dan ook aangeraden om zo snel mogelijk weg te gaan uit Panama City, omdat een slaapplek zoeken gewoon heel lastig is en alles ook duur is. Nou die drukte was dus wel te merken en daardoor kwamen we veel te laat bij de Ambassade. Gelukkig konden we alsnog eventjes naar binnen. ’s Avonds gingen we weer terug naar het grote busterminal. Daar moesten we snel kaartjes zien te fiksen voor de nachtbus, want wij wilden dus zo snel mogelijk weg uit Panama City. Toen dat gefikst was gingen we wat eten in de mall. Samen met twee anderen ging ik naar de supermarkt net buiten de mall. Toen we weer terug naar binnen wilden mocht dat niet en werden we tegengehouden. Tja, wat doe je dan? Ik heb op m’n beste Spaans uitgelegd dat onze vrienden nog binnen waren met onze tassen en uiteindelijk mochten we ze gaan halen. Toen we boven kwamen, was Trudy ineens in de stress. Ze was haar portemonnee kwijt… Nou wij naar het politiebureau gegaan en daar aan dertig verschillende mensen uit moeten leggen wat er gebeurd was. Toen moesten we weg om de bus te halen en uiteindelijk hebben we niet eens een aangiftebewijs gekregen. 
Wij gingen de nachtbus in naar Santiago. In de bus werd ik aan iemand van ons groepje vastgebonden voor een opdracht van de Crazy 88. De Crazy 88 zijn 88 opdrachten waarmee je punten kunt verdienen tijdens de eigen reis. Het groepje met de meeste punten zou winnen. Nou ik zat dus aan iemand vastgebonden voor 24 uur en de eerste uurtje zijn wel fatoe hoor, maar ik heb me denk ik nog nooit zo hard aan iemand geërgerd, 24 uur is toch wel echt lang. Toen we in Santiago aankwamen, hebben we een uurtje lopen pitten (4h ’s nachts) als een soort zwervers op de grond. Vervolgens pakten we de bus naar Soná en ook op dat station moesten we lang wachten. Gelukkig kwam er na een tijdje een taxi langs en hebben we zoveel af weten te dingen dat het zelfs goedkoper was dan de bus. Wij sprongen de pick-up in en reden naar Santa Catalina terwijl de zon opkwam. 
Na dit pittige nachtje begonnen we aan dag 2. Kunnen we het daar gewoon niet over hebben? Dat was onze enige ‘zwarte dag’ van de eigen reis. Iedereen was chagrijnig, er waren wat frustraties, hostel vinden lukte niet, alles was duur, iedereen was moe. Het was gewoon de minste dag. 
We gaan dus maar direct door naar de volgende dag. In de ochtend stond ik vroeg op, want we waren in Santa Catalina – ook wel Surf Town – dus we moesten die dag wel gaan surfen. Wij liepen naar het surfstrand om alvast boards te fiksen. Toen we dat hadden geregeld en we terugkwamen stond er een heerlijk pancake ontbijtje voor ons klaar. Na het ontbijtje gingen we surfen. Er was één beginner board en twee gevorderden boards, dus dat ging helemaal fout. Wij waren namelijk nog niet zo gevorderd. Toch heb ik wel een paar keer kunnen staan! Na een golf gepakt te hebben, tyfte ik van m’n board en daar was een kwal. Kwallensteek, heel nice! Na het surfen gingen we gauw douchen en lunch maken. We checkten te laat uit, want wij zijn laatkomers zoals altijd en we gingen op weg naar Boquete. Een heel busavontuur verder kwamen we aan. In de bus van Santiago naar David was ik doodgevroren, omdat er acht blazers op mij gericht stonden en ik een korte broek aan had. Al die Panamese mensen zaten daar in hun lange broek en trui met een DEKENTJE en ik zat daarnaast helemaal voorin dood te vriezen. Een ander deel van mijn groepje zat in het gangpad, omdat er te weinig plek was, dus heel slecht had ik het niet zou je zeggen, maar toch had ik wel medelijden met mezelf. Er werd een of andere keigeweldadige Spaanse film gedraaid en toen die afgelopen was, kwam er volgens mij een soort Panamese Friends serie. Ik was blij toen we eindelijk die bus uit mochten. In Boquete gingen we ff eten en vervolgens gingen we naar het hostel. De volgende ochtend wilden we naar de Lost Waterfalls gaan. Eerst moesten we naar het centrum zien te komen, maar er waren gewoon geen pick-up taxi’s die stopten. We mochten niet opsplitsen in twee taxi’s, dus dat was helemaal ruk. Uiteindelijk was er toch een auto die stopte en mochten we met z’n alle op de achterbank. Dat was lekker knus. We raakten aan de praat met Jake en opeens zei hij dat hij wel een dag vrij wilde nemen om ons wat leuke dingen te laten zien. Nou dat was echt helemaal top! We hoefden alleen benzinekosten te betalen. Jake bracht ons naar een kloof waar we gingen zwemmen. Wij hadden gezegd dat we nog graag wilden gaan ziplinen in Boquete en toen had hij dat opeens ook gratis gefikst! Oh nee, toch niet… We gingen slacklinen, dat was wel grappig. Vervolgens wilde Jake met ons die nacht nog een vulkaan op, vulkaan Barú, het hoogste punt van Panama. We sliepen een paar uurtjes en toen begonnen we #teide2.0. Net voor de zonsopgang kwamen we boven en daar was het me een partijtje ijskoud. We hadden natuurlijk amper warme kleren bij en sommige mensen hadden niet eens een lange broek. De zonsopgang was hartstikke mooi, maar dat ding duurde veel te lang, want we vroren dood. Toen de zon eindelijk op was gingen we weer naar beneden. Eenmaal beneden was het weer tijd om te vertrekken. We gingen naar Bocas del Toro, oftewel de eindbestemming. Van Trudy kregen we te horen dat Sander ook een capabel groepje wilde, dus volgens mij waren we goed bezig. Het was wel een beetje incapabel dat Trudy dit tegen ons zei, want wij gingen natuurlijk Sanders groepje pesten met dat ze incapabel waren en dat vond Sander niet zo leuk. In de bus naar Bocas besloten ik en Matisse film te gaan kijken… Fifty Shades. Dat was misschien niet de handigste film voor in de bus, zeker omdat er een 5-jarig jochie naast ons in het gangpad zat #oeps. Met een beetje stress wisten we alsnog de laatste boot naar Isla Cólon te pakken, het eiland waar Bocas op ligt. Daar hadden we nog geen hostel geregeld. We gingen naar het hostel, waar we graag zouden willen gaan slapen en gelukkig hadden ze nog plek. Het was een heel gezellig hostel en iedereen sprak Engels. De volgende dag gingen we fietsen naar Bluff Beach. Minke en ik hebben in de eerste vijf minuten geloof ik bijna drie mensen aangereden. We moesten even inkomen. Bij Bluff Beach waren er mokerhoge golven, waar je echt onderdoor moest duiken om niet te verzuipen. Matisse ging bijna dood, want die zwom een mui in, maar we hebben het allemaal overleeft. De volgende dag gingen we surfen bij een ander eilandje. Dat ging supergoed! Wel had ik Minke bijna vermoord, maar ik sprong last-minute van m’n surfboard af. ’s Avonds gingen we uit. De volgende dag was het alweer de laatste dag, dus we wilden nog wat leuks doen. Quad rijden mocht niet van Sam, dus samen met twee anderen gingen wij alsnog proberen te ziplinen. Uiteindelijk hadden we na het afdingen nog net genoeg geld. We gingen naar Red Frog Island en daar werden we met twee gidsen naar de jungle gebracht. Het ziplinen was echt vet en ik heb zelfs ondersteboven geziplined. Na het ziplinen gingen we terug om nog ff wat te eten, in het hostel te chillen en te shoppen. Die avond gingen we terug aan boord. Wij mochten de mensen van ons hostel nog een rondleiding geven en toen was de eigen reis echt afgelopen. Op naar Cuba!
Tot de volgende blog!

Groetjes Cécile
#DutchlawDesk
Foto
0 Reacties
<<Vorige

    Cecile at sea

    Ik ben Cécile van Velden, 14 jaar en ik zit op het Baarnsch Lyceum. In het schooljaar 2018/2019 wil ik mee met School at Sea. Dat is een programma waarbij 36 leerlingen in een half jaar naar de Caraïben zeilen en weer terug. Deze reis wil ik maken om mijn kwaliteiten te verbeteren en om ervaring op te doen.

      U kunt mijn blog volgen via e-mail door hier uw e-mailadres achter te laten en op de knop te drukken!

    Blog volgen
Powered by Create your own unique website with customizable templates.
  • Home
  • Over mij
    • Mijn motivatie
  • Over School at Sea
    • De route
  • Soup at Sea
    • BOGO-bottle kopen
  • Sponsoring
    • Particulieren
    • Bedrijven
    • Contact
    • Gratis sponsoren!
  • Mijn sponsoren
    • Particulieren
    • Bedrijven
  • Blog